Koning Boudewijn Stichting

Geef ons duizend dagen

15.02.2022
www.franktoussaint.be,KBS,Mieke Matthys (grijze pull), Ella Eshuis (langer haar),teaam OCMW,kwetsbare moeder en kind

Jong, alleen, financieel wankel en soms ook nog een rugzakje: sommige moeders kunnen meer dan wat extra hulp gebruiken om hun draai te vinden. OPkomst+ begeleidt jonge alleenstaande mama’s in Mechelen tot hun kleutertje naar school gaat en ze op eigen kracht de zorg kunnen organiseren.

Aïsha heeft een aanvullend certificaat van zorgkundige op zak, de zorgsector smeekt om jong geweld zoals zij en ze wilde zelf meteen aan de slag gaan. Toen kwam, onverwacht, haar dochtertje Kalaeta. Eén bolletje geluk, maar eentje waar ze in haar eentje voor zorgt. En meteen sloegen een hoop deuren dicht, te beginnen op de arbeidsmarkt. Werken als zorgkundige vergt een flexibiliteit die ze nu niet meer heeft.

“De samenleving maakt het alleenstaande mama’s zonder een hoger diploma inderdaad niet gemakkelijk”, zegt Mieke Matthijs van de Sociale Dienst van de Stad Mechelen. “De mogelijkheden zijn vaak beperkt tot jobs buiten de schooluren. Kinderopvang is dan een vraagteken, en bovendien weegt de kost voor deze opvang al snel niet op tegen het loon.”

Deze jonge moeders hebben bovendien een beperkt netwerk om op terug te vallen, al was het maar omdat hun wereld van pampers en papflessen mijlenver verwijderd is van die van leeftijdsgenoten die nog wilde plannen maken. “Sommige mama’s dragen vanuit hun eigen moeilijke jeugd ook nog eens een rugzakje mee, waardoor ze niet altijd goed weten of ze het goed doen met hun eigen kind.”

Verschil aan de startlijn

Dat Aïsha toch het gevoel heeft dat het allemaal goed kan komen voor haar en haar dochter, is te danken aan Ella Eshuis van OPkomst+, een aanklampende en multidisciplinaire begeleiding voor jonge alleenstaande moeders tussen 19 en 25 jaar, van de zwangerschap, als dat nodig is, tot het moment waarop het kind voor het eerst naar de kleuterschool gaat.

OPkomst+ groeide uit OPkomst, dat Mechelse aanstaande moeders een brede waaier aan hulp biedt, van laagdrempelige administratieve bijstand tot intensieve gezinsbegeleiding. “We hadden daar gemerkt dat de doelgroep van alleenstaande jonge mama’s meer ondersteuning kon gebruiken.” In die eerste duizend dagen in het leven van het kind wil OPkomst+ een verschil maken en het aan de startlijn van het leven meer kansen geven.

Ella Eshuis komt minstens wekelijks bij Aïsha over de vloer. “Ik benadruk bij deze mama’s altijd dat wat ik doe voor hén zinvol moet zijn. Je mag niet te snel willen gaan, geen hulp doorduwen waar ze niet aan toe zijn. Ik bekijk dus samen met hen welke hun vragen zijn, en hoe ik hen kan ondersteunen. Wat lukt er, wat niet? Waar kunnen ze terecht?” Er wordt samengewerkt met partners in en buiten Mechelen, zoals het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning, het Huis van het Kind, het wijkgezondheidscentrum, de ziekenhuizen en het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk.

Wonen: druppel op hete plaat

Het zijn vaak dezelfde obstakels waar deze jonge mama’s tegenaan lopen. Met stip op één, naast een baan die te combineren is met de alleenzorg voor hun kindje: huisvesting. Ella hielp Aïsha aan een andere flat, via het Mechels toewijzingsbeleid voor sociale huurwoningen. “De vorige flat was erg klein, mijn dochtertje had er geen plaats om te spelen.” De woning was wel in orde, wat meer is dan kan gezegd worden van veel andere flats waar jonge moeders belanden met hun baby: te kleine woningen met veel gebreken, slecht verlucht, moeilijk te verwarmen. “Panden die niet geschikt of niet veilig zijn voor een kind”, zegt Eshuis.

De huurprijzen op de private markt gaan ook in Mechelen “door het plafond”, afgestemd als ze is op tweeverdieners, en de sociale huurwoningmarkt is overbevraagd. “Met de laagste prijs hebben ze meteen ook een woning met de laagste kwaliteit, soms gaat het zelfs om pure huisjesmelkerij”, zegt Mieke Matthijs.

OPkomst+ probeert via contacten met de verhuurder de kwaliteit van de woning op te krikken of – als dat haalbaar is, en dat is het zelden – samen met de moeder een betere woning te vinden. Met controles op de woonkwaliteit en met dat lokale toewijzingsbeleid voor specifieke kwetsbare doelgroepen, grijpt de stad in, maar de toestand verbetert traag.

Een dorp maken

De bedoeling van de begeleiding is dat deze moeders na verloop van tijd op eigen kracht door het leven kunnen. Dat wordt makkelijker als ze de weg weten naar de juiste hulp en als ze een netwerk rond zich hebben waar ze een beroep op kunnen doen. “It takes a village,” zegt Ella, “en als er geen dorp is, moeten we dat vinden”.

Deze jonge alleenstaande moeders willen vooral leeftijdsgenoten in dezelfde situatie vinden. Eshuis: “En waar vind je die als je netwerk vooral bestaat uit andere jonge mensen zonder kinderen. Deze mama’s missen ontmoeting en begrip.” Aïsha bevestigt. “Ik heb geen contact met andere mama’s. Ik heb één goeie vriendin, maar zij heeft geen kinderen en zij studeert.”

Bij OPkomst+ bekijken ze momenteel hoe ze dergelijke informele contacten kunnen stimuleren en wie het voortouw kan nemen. “Wat niet helpt, is dat de Vlaamse samenleving er één is die achter de voordeur zit”, zegt Matthijs. “Buurten kunnen zeer ondersteunend en zorgend zijn, maar hoe kan je dergelijke ondersteuning meer buurtgebonden organiseren en in de eigen straat informele netwerken opzetten rond deze mama’s?”

Te streng voor moeders

Maar ook met een netwerk blijft het zwaar. “Soms word ik moe.” Verlegen lach. “Ik probeer rustig te zijn en goed voor haar te zorgen”, zegt Aïsha. “Nu met Covid is ze de hele week thuisgebleven van de crèche. Dat is niet evident.” Het is belangrijk, zegt Eshuis, dat deze mama’s dat ook kunnen zeggen tegen haar, zodat ze hen kan geruststellen. “Het is gewoon zwaar. Het is al zwaar als je met twee ouders bent en een goed inkomen hebt, laat staan als jonge moeder alleen, met weinig middelen en een beperkt netwerk.”

“Aan Ella kan ik echt mijn problemen vertellen”, zegt Aïsha. “In het begin was het moeilijk om te zeggen wanneer het niet ging, maar nu kan ik goed zeggen wat er is gebeurd.” Andere mama’s blijven soms bang om hun twijfels uit te spreken. “Sommige mama’s hebben een verleden in de jeugdzorg. Ze zijn bang dat als ze toegeven dat ze het moeilijker hebben, hun kinderen geplaatst worden. Ze vertrouwen hulpverleners daarom niet. Je moet dat vertrouwen echt winnen.”

De verwachtingen tegenover deze jonge moeders, tegenover moeders in het algemeen, zijn bovendien zo buitensporig hoog, ook bij professionals, zegt Eshuis. Hun huishouden op orde houden én leuke bezigheden organiseren voor hun kind én fulltime werken én op tijd aan de opvang zijn elke ochtend en elke avond én elke dag vers koken. “Allemaal met extreem slaaptekort.” En dan krijg je een sociale huisvestingsmaatschappij die een jonge moeder de mantel uitveegt omdat de flat er niet piekfijn bijligt, of een arbeidsbemiddelaar die niet begrijpt waarom ze een baan weigert. “Het is belangrijk dat professionals zich verplaatsen in de situatie van deze doelgroep. Wij staan de hele dag in hun leefwereld en wij sensibiliseren deze diensten.”

Hoop geven

Hoelang blijft OPkomst+ begeleiden? “De focus ligt op die duizend dagen”, zegt Matthijs, de transitie van baby over peuter naar kleuter. “We willen een warme overdracht naar de kleuterschool. Als we zien dat mama’s eerder al goed vertrokken zijn, treden we terug en houden we het vanop een afstand in de gaten. Wanneer kan dat? We kijken naar de basisbehoeften in een aantal levensdomeinen: gezondheid, huisvesting, financiën, vrije tijd, en opvoeding. Als we merken dat de mama in die domeinen stabiel is en voldoende omringd is, kunnen we een stapje terugdoen, en na een paar maanden de begeleiding afronden.”

Op dit moment begeleidt OPkomst+ dertien moeders, met de steun van het Kinderarmoedefonds, beheerd door de Koning Boudewijnstichting, in het kader van de oproep voor projecten die alleenstaande ouders in armoede ondersteunen. Nu al liggen in Mechelen de plannen op tafel om deze werking te bestendigen.

“Ella heeft me met zoveel dingen geholpen”, besluit Aïsha. “Mijn huis, mijn administratie. Dingen die ik niet wist. Vroeger was mijn administratie soms niet goed of te laat. Alles is in orde nu.” Met papierwerk in orde brengen kan je snel winst boeken, zegt Eshuis. “Als je weinig middelen hebt, kan je daar snel mee in de problemen komen. Aïsha en ik denken nu samen na over een andere koers voor haar tewerkstelling. Ik wil haar de hoop geven dat verandering mogelijk is.”

Meer info: ‘Opkomst+’ – langdurige ondersteuning van zeer jonge alleenstaande mama’s